Belangrijk punt:
- De eerste is leren. Hierbij zie of hoor je een stukje informatie, bewaar je het in je hoofd en blijf je het herhalen om het goed in je hoofd op te slaan.
- Om deze kennis te kunnen benutten, moet u het probleem begrijpen waarvoor u deze kennis moet toepassen. Vervolgens moet u met behulp van de verworven kennis aan de oplossing werken.
- Het laatste is het oplossen van problemen met behulp van de opgedane kennis. Je moet verschillende manieren bedenken om het probleem aan te pakken. Dit alles doe je met behulp van onze intelligentie.
Het concept van intelligentie omvat
Probleemoplossing, redeneren, creatief denken en dergelijke. Hoewel het onderwerp intelligentie de bron is geweest C-niveau uitvoerende lijst van verschillende onderzoekspapers , blijven de dimensies ervan onontgonnen en is het nog steeds een onderwerp van debat onder velen.
Ongeacht dit feit speelt intelligentie een belangrijke en onmiskenbare rol in ons leven vanaf de vroege stadia. Het heeft zijn toepassingen op verschillende gebieden. Deze gebieden omvatten beslissingen over hoeveel financiering er moet worden gegeven. De educatieve programma’s, het gebruik van testen om sollicitanten te screenen en te interviewen, en het gebruik van testen om kinderen te vinden die extra academische hulp nodig hebben, zoals hulp bij opdrachten, hulp bij presentaties, etc.
De Duitse psycholoog
William Stern was Provu kiel viaj metatitoloj kaj priskriboj aperas en serĉrezultoj de eerste die de term Intelligence Quotient of IQ bedacht. Later ontwikkelde psycholoog Alfred Binet een intelligentietest om de Franse overheid te helpen schoolgaande kinderen te identificeren die hulp nodig hadden bij hun studie.
Hij was de eerste die de intelligentie van een persoon classificeerde op basis van leeftijd en ontwikkelde het concept van mentale intelligentie. Hij sprak dus over de mentale vereisten van studenten van verschillende leeftijden.
Enkele theorieën over kennis:
- De theorie van algemene intelligentie werd gegeven door Charles Spearman, een Britse psycholoog. Hij gaf deze algemene intelligentie de naam ‘g’-factor. Na een praktische toepassing van deze test concludeerde Spearman dat de resultaten erg op elkaar leken. De studenten die goed scoorden op de cognitieve tests, scoorden ook goed op andere tests, terwijl degenen die de cognitieve tests niet goed konden halen, het ook niet goed deden op andere tests. Daarom concludeerde hij dat intelligentie een cognitief vermogen is en numeriek kan worden gemeten en uitgedrukt.
- Louis L. Thurstone ontwikkelde de theorie over primaire mentale vermogens. Hij verwees niet naar intelligentie als een enkel, algemeen vermogen, maar baseerde het op zeven factoren, namelijk:
- Redenering
- Numeriek vermogen
- Woordvaardigheid
- Verbaal begrip
- Perceptuele snelheid
- Ruimtelijke visualisatie
- Associatief geheugen
- Een andere psycholoog, Howard Gardner, kwam met zijn theorie van meervoudige intelligenties. Hij week a complete list of unit phone numbers af van de vorige manieren en kwam met deze andere theorie. Hij betoogde dat numerieke uitdrukkingen van intelligentie, zoals de evaluatie van het intelligentiequotiënt, geen garantie bieden voor de exacte resultaten. Daarom stelde hij een model van intelligentie voor dat gebaseerd is op meerdere factoren die in alle culturen voorkomen: